Afzien
Een prinsheerlijke maaltijd, een prachtige wijn,
een steeds luider wordend samenzijn
en tot besluit reik ik naar de schouw,
we lezen de Schrift, gewoontegetrouw.
Vanwege het uur niet te lang deze keer,
een fragment uit de Bergrede van de Heer,
het gaat over vasten en soberheid,
want, ja, het is veertigdagentijd.
Het oog heet een lamp, zij brengt aan het licht
waar je diepste verlangens op zijn gericht:
zijn het roem en rijkdom, brood en spelen?
– de dood is een rover die alles komt stelen.
Zijn de gasten vrolijk huns weegs gegaan,
ik kom voor torens vaatwerk te staan
en een narrige vraag drijft mij in het nauw:
die soberheid, wordt dat nog wat met jou?
JaapZijlstra