Stilte breekt uit in een loflied
Voor de HEER wil ik zingen zolang ik leef,
een lied voor mijn God zolang ik besta.
(Psalm 104: 33)
De psalm die vol van verwondering is over de rijkdom van de schepping eindigt in een loflied. Verwondering vraagt om aandacht, zorgvuldig kijken, luisteren. Dat vraagt om stilte. De stilte van Psalm 65:2 ‘U komt stilheid toe, een lofzang’. Of zoals wij deze psalm zingen: ‘De stilte zingt u toe, o Here.’ In de stilte ontstaat de lofzang, uit de stilte groeit de lofzang, zwelt aan tot een lied dat het hele leven doordringt. Een lied dat wij in de afwisseling van stilte en zingen mogen laten opstijgen.
Hans Schravenzande