Voedsel om ruimte te delen
En allen zien er naar uit
dat u brood geeft, op de juiste tijd.
Geeft u het, dan doen zij zich te goed,
opent zich uw hand, dan worden zij verzadigd.
(Psalm 104: 27-28)
Al het leven ziet uit naar en vraagt om het dagelijkse brood. Brood dat God geeft op de juiste tijd, als genoeg voor een dag. Mens en dier vragen er om, gelijkberechtigd vanuit de schepping. Zo veronderstelt het gebed van mens en dier het delen van voedsel. Dat vraagt om delen van ruimte. Die ruimte is er wanneer wij om niet meer vragen dan het genoeg. Het genoeg verzadigt voor leven en welzijn.