Als heel de natuur in Uw zonneschijn lacht,
als lente zich tooit in kleurige pracht;
als lammetjes dart’len van louter genot,
dan zeg ik: Hoe groots is Uw schepping, o God!
Als regen de akker weer voedsel geeft,
als daav’rende donder de aarde doorbeeft
-alsof luid de stem klinkt van Uw gebod-
dan zeg ik: Hoe groots is Uw schepping, o God!
Maar tovert de herfsttijd de bladeren goud,
dan is het, alsof je een wonder aanschouwt:
Dan speelt door de bomen een nevelig licht,
als belofte: er is nieuw leven in zicht!
Bij ’t graf van de zomer ontkiemt keer op keer
nieuw leven. Hoe groots is Uw schepping, o Heer!
Jelly Verwaal