Windveren schrijven
lichtvoetige taal,
een kwinkslag
bij heldere hemel.
Eind juni, het wordt
niet meer donker, de dagen
bereiken elkaar.
De wind staat hoog,
hij blaast door mijn gedachten,
woorden
waaien als duinzand op.
Ten overvloede
de zee, een golvend schrift,
bruisend van zinnen.
Het tuimelen
van de taal
houdt mij gaande
en breekt de einder.
Jaap Zijlstra